Echt mensje

Als er een kindje geboren wordt is er weer een nieuw mens geboren. Een meisje of jongetje wat een vrouw of een man gaat worden. Dat is nogal klaar. Maar bij een baby denk je daar nog absoluut niet aan, hoor. Baby's zijn klein, slapen veel en/of huilen veel, poepen en plassen of er geen eind aan komt, drinken wat en kijken je in het begin glazig aan. Geweldig? Tuurlijk, maar vergeleken met wat gaat komen is daar eigenlijk niks aan. Het eerste lachje is super, maar vergeleken met wat gaat komen stelt dat niks voor. De eerste geluidjes zijn zo schattig, maar vergeleken met de eerste echte woordjes nog niks. 

Ik vond al die allereerste dingen ook zo mooi, zo leuk en zo lief, maar het is nu nog zoveel leuker geworden.

 

Max wordt een echt mensje. Hij zegt nog niet zo heel veel, maar kan het je allemaal heel goed duidelijk maken en als je hem niet begrijpt kan hij ook echt een beetje ongeduldig worden. Zo staat er opeens een grote groene auto in de woonkamer. Max wijst hem meteen aan en loopt meteen naar het aanrecht waar mijn telefoon ligt. De telefoon die een onwaarschijnlijke aantrekkingskracht op hem heeft, maar dat is niet wat Max bedoelt. Die hele telefoon boeit hem nu totaal niet. Maar dat heb ik nog niet meteen door, dus wijst hij nog eens en omdat hij alles wat hij nog niet kan benoemen met "Duh" aanduidt, roept hij dat er luid en duidelijk bij. En hij loopt weer naar de groene auto. " Duh!" en weer naar het aanrecht, waar ik een soort van controller zie liggen.

  Zijn blije bekkie verraadt dat ik het bij het juiste eind heb. Het is een op afstand bestuurbare auto, maar tot Max's grote teleurstelling zeg ik hem dat hij moet wachten dat papa thuiskomt om ermee te mogen spelen.  Vooruit dan maar, lijkt hij te denken en stort zich op zijn speelgoedkist.  Maar gedurende de dag probeert hij me te overtuigen dat we met de auto moeten spelen. Tevergeefs. Kijk,  dat is wel "praten" met een bedoeling.

 

Vorige week speelden we een spelletje; ik rende met hem in mijn armen door de kamer, zijn beentjes bungelend over mijn armen. En ondertussen "Hoppertiehoppertiehop" zingend. Ken je het? Nee, tuurlijk niet. Het is ook geen lied, maar dat doet er niet toe. Max vond het in ieder geval leuk. Maar  "Hoppertiehoppertiehop" zingen met kauwgom in je mond ( ik) gaat niet goed, dus we deden even een pitsstop bij de prullenbak: klep open, spuug, klep dicht. Niks bijzonders. Maar niet voor Max. Hij schoot meteen in een slappe lach. Zo'n aanstekelijke slappe lach. Dus deden we nog een rondje en maakten weer een stop bij de prullenbak....oei spannend... en spuug ( fake, maar dat maakte niks uit) en gieren van de lach.En dat kan dan gewoon zo'n zestien keer achter elkaar, met dezelfde slappe lach.  Kijk dat is wat anders dan dat zeswekenglimlachje, snap je?

 

Max is dol op eieren en hij weet hoe je een hardgekookt eitje eet. Tik op de tafel, nog een tik op de tafel en dan pellen. Dus doet hij dat met de paaseitjes ook. 

Sleutels gebruik je om deuren mee te openen. Wanneer ik hem weg zie lopen met mijn fietssleutel en een krassend geluid hoor, ben ik bang dat hij met de sleutel op het hout van de deuren in de gang staat te krassen, maar nee, hij staat op de topjes van zijn tenen en kan er zo net bij om met mijn fietssleutel in het sleutelgat de deur proberen te openen.

 

Max kan flink kruimelen met zijn rijstewafel, maar dat geeft niet, "We pakken straks de stofzuiger wel, Max". En hup, weg is hij, de gang door naar een kamer achter in huis. "Wat ga je doen, Max?" Als ik hem achterna loop zie ik dat hij in dat kamertje naast de stofzuiger sta en  "Duh!" zegt. Als ik hem weer meeloods naar de woonkamer pakt hij zelf de kruimeldief. Kijk, dan wordt hij toch al een echt mensje. En ik doe niks anders dan me erover verbazen en er eindeloos van genieten.