Spelen

Ik ben een boeiend boek aan het lezen, een boek wat mij blij maakt, een boek met een positieve kijk op de mens : het boek van Rutger Bregman wat wereldwijd meer dan een miljoen keer verkocht is, "De meeste mensen deugen". De titel alleen maakt je al blij, maar mijn aandacht gaat het meest uit naar het hoofdstuk over de Homo Ludens. Na 45 jaar in het onderwijs te hebben gewerkt met de jongste kinderen van de basisschool voelt het eindelijk of ik gelijk krijg. Kinderen leren van spelen, kinderen leren door te spelen, door vrij te spelen, niet het door de volwassene opgelegde spel , maar het spel wat uit henzelf komt. 

Sinds mijn pensionering voel ik me enigszins bevrijd van de oprukkende druk van het moeten presteren, van de leeropbrengsten die omhoog moeten, van het inleveren van vrijetijdsspel in de middagpauze naar  Bewegend Leren. Alles met de beste bedoelingen uiteraard, maar bewijs je de leerlingen hier een dienst mee? Extra bijlessen voor leerlingen die moeite hebben met de leerstof na schooltijd. Ik weet niet hoe het met jullie vroeger was, maar ik had de pest aan wiskunde. Mijn vader hielp mij in de avonduren met dit vak, met de beste bedoeling om mij aan een hoger cijfer te helpen. Maar ik kreeg steeds meer de pest aan wiskunde en toen ik een vak mocht laten vallen was dat, ondanks mijn gestegen cijfers, dat het eerste vak wat ik eruit gooide.

 

 

Dat kinderen minder tijd hebben om vrij te kunnen spelen komt ook door hun drukke agenda. Sportclubjes, verjaardagsfeestjes, uitjes in het weekend, zwemles, muziekles, en dan heb ik het nog niet eens over speltherapie, logopedie of andere soorten van noodzakelijke hulp. Allemaal met de beste bedoelingen en nodig voor de ontwikkeling van het kind, maar waar blijft de vrije speltijd? En met vrije speltijd bedoel ik niet de tijd die kinderen besteden aan spelletjes op het tablet ( een zeer geliefd apparaat ), maar met buiten spelen en het zelf bedenken van spel. 

Al die jaren dat ik werkte heb ik dit getracht te benadrukken, maar aan spelen werd minder waarde gehecht dan aan leren en presteren. Kleuters moesten letters kennen, cijfers schrijven, schrijfschriftjes vol krullen oefenen, en ik schrijf moesten, maar ze moeten het het nog steeds en nog steeds wil de overheid dat er op hoger niveau en jonger goed gepresteerd wordt.  

En natuurlijk vindt de overheid dat kinderen moeten kunnen  buiten spelen en om die reden plaatsen we door het hele land in elke wijk op een kunstgrasveldje een schommel, een wipkip en een glijbaan aan een klimwandje waar na twee keer oefenen de lol al vanaf is omdat het geen uitdaging meer biedt.

De veldjes met struikgewas en zandhopen waren toch vroeger veel avontuurlijker dan het aangelegde, overzichtelijke speelplaatsje? Ik kan me in ieder geval van vroeger nog herinneren dat ik daar meer tijd doorbracht dan op het ernaast gelegen speelplein.

En kijk even naar de foto's van hierboven. Geen woorden nodig, toch?

I rest my case.

Lees het boek en heb je kinderen of werk je met kinderen, verdiep je dan even in het eerder aangegeven hoofdstuk. Misschien kunnen we de wereld met de kleine mens verbeteren. Zij zijn immers de toekomst.