Klestkous

Dit is Stan. Stan is drie jaar oud. Stan denkt dat hij al dertien jaar oud is. Of drieëntwintig jaar oud. En als je je ogen dicht doet en even net doet alsof hij op zijn drieëntwintigste aan een heliumballonnetje heeft gehangen waardoor het weer lijkt alsof hij drie jaar oud is, dan kan je een gelijkwaardig gesprek met hem voeren. Nou ja, als je ertussen kan komen, want hij voert eigenlijk een monoloog.

Zoals afgelopen woensdag. Waar had hij het over, wil je weten?  Hij was naar de Efteling geweest en naar het bos en hij was naar zwemles geweest, moest wel eerst douchen, en naar dansles ook nog, daar ging hij dansen. Van wie hij les kreeg? Van Slam Effem, die gaf dansles, het ging goed, en ook de zwemles, en mama en Daan ook. Hij was ook nog bij de hoge torens geweest. Waar dat was? Op het werk. Waar? Nou,in Rotterdam zijn de hoge torens van papa zijn werk. 

En deze verhalen gaan gepaard met de speciale mimiek van Stan, zijn ogen te neergeslagen of supervrolijk of stoer. Zijn handen vertellen het verhaal ook, vooral als het weer over de dansles gaat. Of hij zijn moves kan laten zien? Nee, nu niet. Straks eerst nog een ijsje eten en een filmpje kijken. Oh, nee, mag niet, dan gaan we maar duplo bouwen. Een hoge toren van papa zijn werk. Oma, kom je helpen? Kom nou helpen! 

En als de toren staat verdwijnt zijn duim in zijn mond en is het klaar.Ik ben moe, besluit hij zijn bezoek aan ons. Gaan we nou naar huis? Stan pakt de schoenen van zijn papa vast en trekt zijn eigen jas vast aan. Het kan maar vast gebeurd zijn, maar papa heeft nooit haast en eigenlijk kon er nog wel een tweede toren bij. Of nog even schommelen in de tuin. Of met nieuwe energie voetballen op het gras.