Mijn zus

Ik denk dat ik het zo langzamerhand  door heb; ze is blijvend. Ik heb het over  "de baby ", zoals ik haar voorheen noemde.

Mijn zus, de baby

De baby in mama's buik, de baby uit mama's buik, de baby die huilt, de baby die  drinkt, ssstt! de baby. Ja, die baby bedoel ik, ja.  Nu ik iedereen Tess tegen haar hoor zeggen zal het haar naam wel zijn. Net zoals mijn papa "Walph" heet en mijn mama Yvonne. En opeens blijken mijn opa en oma ook nog andere namen te hebben: opa Peter en oma Willie. Opa tuin en oma tuin zijn dezelfde mensen , hoor. En ik blijk ook anders te heten. "Jij "schijnt niet mijn echte naam te zijn, maar "Matsj".  Gek word ik ervan. 

 

Maar ik had het over mijn zus Tess. Eindelijk ziet ze mij , want ze moet soms om mij lachen. Huilen deed ze wel al eerder; vanaf dag één eigenlijk. En ik kreeg het soms bij haar ook voor elkaar dat ze om mij moest huilen: gewoon onverwacht een mep uitdelen als ze het niet aan zag komen. Nu dreig ik er alleen nog soms mee. Dan vraag ik aan mama: "Slaan?". 

Maar dat ze naar me lacht is eigenlijk leuker. Dus  mag ze wat mij betreft blijven; net alsof ik iets te kiezen zou hebben. Je hebt het en je moet het ermee doen. Zo langzamerhand begin ik ook door te krijgen dat mijn zus een meisje is, net als mama. Maar mama  heeft dat nog niet door , dat verschil, bedoel ik. Ik dacht dat ik een jongen was, maar kijk wat ze met mijn haar deed toen het nog lang was.

Zo heb ik mijn papa er nog nooit bij zien lopen. Mijn oma wel, mijn tantes ook en mama ook. Maar misschien komt het omdat mama wil oefenen voor als mijn zus weer haar krijgt. Toen ze er net was had ze donker haar, maar waar het gebleven is? Niet bij de kapper, zoals bij mij. De elastiekjes zijn al in huis, maar waarvoor, haha.  Want zeg nou zelf, met deze pluizenbol kan je toch niks? Ja zus, jij lacht naar mij, maar ik moet ook om jou lachen, hoor.