Cor en Sjaan, deel 16

Cor en Sjaan, deel 16

Wat vooraf ging: Cor denkt dat hij op vakantie gaat naar Griekenland, terwijl Sjaan het over Spanje heeft…

Terwijl Sjaan sangria inschenkt, pakt Cor de Grote Bosatlas uit de boekenkast.

“Hè Cor, nou even niet lezen, hoor. Kom nou maar gewoon even hier zitten, joh. Gezellig.”

Sjaan ziet een vakantie opeens weer helemaal zitten en zeker nu de hele organisatie door Hanneke geregeld gaat worden.

“Ja, ja, ik zoek alleen even op waar Tenerife ligt. Ik dacht vlakbij Rhodos, toch?”

“Spanje, Cor. Ze spreken daar Spaans, dus waarschijnlijk bij Mallorca, want het is een eiland, volgens Hanneke. En het is dus minder lang vliegen dan naar Griekenland.”

Cor heeft ooit eens gezworen nooit langer dan drie uur in een vliegtuig te zitten, maar zijn mannelijke intuïtie zegt hem dat hij Sjaan even moet controleren. Met een check van de atlas.

“Ik denk dat het een piepklein eilandje is, want ik kan het niet vinden, hoor. Niet in Griekenland, en niet in de buurt van Mallorca.”, en hij klapt de Grote Bosatlas, anno 1980 dicht.

“Ik vraag me af of ik eigenlijk wel een zwembroek en een badpak moet aanschaffen. We gaan in de kerstvakantie, dan is het daar toch ook koud?”, vraagt Sjaan zich af.

Cor vindt niet dat hij een zwembroek nodig heeft, want zwemmen gaat hij sowieso niet. Of de mussen nou van het dak vallen, ze krijgen hem niet in een zwembroek, laat staan in een zwembad. En hij heeft eigenlijk ook geen behoefte aan Sjaan in een zwempak, maar een nieuwe winterjas zou geen verkeerd idee zijn als ze vakantie vieren in de winter.

“ We kunnen een koffer van Herman lenen, zei Hanneke. Dus daar hoeven we gelukkig ook niet achteraan. Maar wel die paspoorten, hè. We gaan straks eerst maar even naar Richard van de Primera voor pasfoto’s, Cor. Dus drink je sangria even op, wil je?”

Dat laat Cor zich geen twee keer zeggen en hij giet het Spaanse- of Griekse drankje, wat maakt het ook uit, in één keer achterover. “Yamas! Vamos, Sjaantje!”

Ook Cor krijgt er warempel zin in!

Niet veel later staan Cor en Sjaan in de Primera om pasfoto’s te laten maken. Sjaan was thuis nog eerst even naar de badkamer gegaan voor een lippenstiftje en om haar haar een beetje op orde te brengen. Ze kan ermee door, vindt ze zelf.

Maar wanneer ze haar liefste gezicht trekt voor de foto, beveelt Richard haar om toch vooral niet te lachen. En ze moet haar haar achter haar oren doen. “Maar zo zit het nooit, en ik lach liever.” Maar Richard is onverbiddelijk. “Zo zijn de regels nu eenmaal.”

 Als ze na even wachten 19,90 moeten afrekenen voor twee maal zes foto’s met een chagrijnig hoofd, besluit Sjaan dat ze nooit meer haar foto’s bij hem laat maken. “Ik zie er toch verschrikkelijk uit! Zeg nou zelf Cor, ik lijk hier toch niet op!”

Cor haalt zijn schouders op, wat zou het?  “Ik weet toch hoe je eruit ziet, Sjaantje. Je bent nog steeds prachtig, meid.”

Maar Sjaan laat het hier niet bij. Als ze thuis zijn duikt ze in de laatjes van de kast en vist er een klein mapje uit met op de voorkant de naam Fotohuis Modern.

“Kijk eens! Ik wist dat ik ze nog had.” En blij laat Sjaan vier pasfoto’s zien van een lachende Sjaan, zo’n twintig jaar jonger, met iets donkerder haar wat over haar oren valt.

“Zo. We kunnen de paspoorten laten maken, hoor. Richard kan me wat met zijn vreselijke foto. Je kan merken dat hij geen echte fotograaf is.”

Cor weet dat tegenspreken hier geen zin heeft….

 

Wordt vervolgd….