Een sprookje

Er waren eens drie ridders, Ridder Schrokop, Ridder Bangerhart en Ridder Onvervaart.  Ze woonden in een kasteel met drie torens, voor elke ridder zijn eigen toren, met ieder een eigen kleur en vlag. Ridder Schrokop had zijn toren oranje geverfd en er een vlag met het logo van Minecraft boven op zijn toren gezet. Ridder Bangerhart had zijn toren rood geverfd, maar dacht dat dit misschien wel stieren boos kon maken of bijen kon aantrekken en had er toen snel een blauwe laag overheen gezet voor de rode verf de kans had gekregen om te drogen, wat resulteerde in een paarse toren. Maar hij liet het zo, want het oogde wel mooi vond hij. De vlag die wapperde op het bovenste puntje van zijn uitkijktoren veranderde nogal eens; de ene keer leek het op de mantel van Batman, dan weer het spinnenweb van Spiderman en dan weer hees hij eveneens de Minecraftvlag. Ridder Onvervaart had zijn toren in zijn oorspronkelijke staat gelaten; een stenen muur met gaatjes waarin de wespen in en uit vlogen, de mieren een spoor omhoog maakten en de spinnen hun eitjes achterlieten. Om mee te doen met de vlaggenparade had hij het vlaggetje van Koningsdag bewaard en dat op zijn toren gezet. Met dit kleine vlaggetje markeerde hij toch zijn toren zonder een insect te doen afschrikken.

In het dorpje vlakbij het kasteel met de drie torens woonde een meisje, genaamd Prittie Nijs. Het meisje had drie hondjes die haar overal volgden en zelfs in haar jaszakken kropen, en in haar bed sliepen. Zij vond dat prima en soms mochten er zelfs buurhondjes bij haar blijven slapen. Het meisje had lang haar wat glansde in het zonlicht, net alsof het licht gaf. Wat niemand in het dorp wist, maar Ridder Bangerhart wel, was dat het meisje eigenlijk een prinses was. Een prinses die kon toveren! Zo veranderde zij elk paard in een unicorn met regenboogkleurige manen en liet ze af en toe in galop naar de wolken verdwijnen om vervolgens terug te galopperen en  een glitterspoor achterlatend. Ridder Bangerhart had haar een keer vanachter een boom bespied op het moment dat zij een pony in de wei veranderde in een roze unicorn. Bangerhart was in het geheim verliefd op deze geheime prinses die kon toveren. Toen hij gezien had wat ze kon was hij op een holletje naar Ridder Schrokop gerend en had opgewonden verslag gedaan van wat hij zojuist had gezien. Ridder Schrokop propte net zijn laatste punt pizza pepperoni in zijn nog volle mond en  zei : "Bwatzjezegbztaatniehor!" De blauwe ogen van Bangerhart lichtten nog blauwer op en werden groot van verontwaardiging: " Echt waar! Kom mee, je moet meekomen!" Schrokop liet een boer, Bangerhart schoot meteen in de lach en vergat accuut waar hij zojuist melding over gemaakt had. Als Schrokop dit soort gein maakte vergat hij op slag alles.  Allebei lieten ze nog een boer en toen was het wedstrijdboeren aangebroken, gevolgd door wie de hardste scheet kon nabootsen. Ridder Onvervaart was op de herrie afgekomen in de veronderstelling dat er zich knorrende dieren hadden gemeld bij het kasteel, maar toen hij zag dat het Happy Hour was aangebroken deed hij gierend mee. Bangerhart rende plots weg, omdat hij bijna van de lach zijn plas liet lopen. 

Toen hij zich weer bij de andere ridders voegde, die zich in een nieuwe game verdiept hadden, hoorde hij de kasteelbel gaan. Ridder Schrokop keek op de deurbelcamera wie zo brutaal was om in de buurt van het kasteel  te komen en zelfs te bellen, maar hij kwam niet in actie om de poort te openen voor een meisje uit het dorp en staarde weer naar het scherm waar zijn game-avontuur verder ging.  "Laat haar maar staan!", zei hij zonder zijn ogen van het scherm te houden. Maar Onvervaart was al naar de poort gerend, met in zijn kielzog Bangerhart. "Kom maar binnen, hoor..", nodigde hij haar uit. Bangerhart hield zich achter Onvervaart schuil, inmiddels met een hoofd zo rood als de eerste kleur van zijn toren. Het meisje zag er betoverend mooi uit, haar haren gaven weer "licht", ze had een prachtige jurk aan, zo een zoals alleen prinsessen dragen en ze liep op glitterkleurige hakjes.

Het meisje, wat er nu echt als een prinses uitzag, keek langs Onvervaart en richtte het woord direct tot Bangerhart.  "Heb jij misschien mijn hondje gezien? Ik ben hem kwijt.."  Bangerhart schrok hier zo van dat hij per ongeluk een scheetje liet en hier deze keer totaal niet om kon lachen. Maar Onvervaart zou niet onvervaart zijn als hij zich iets van dit, als prinses verklede, meisje iets zou aantrekken en imiteerde direct wat Bangerhart zojuist per ongeluk uit had laten floepen. "Stom!!"is het enige wat de prinses hierop zei, draaide zich op haar glitterhakjes honderdtachtig graden om en verliet stampend het kasteel.

Bangerhart werd boos op Onvervaart en verkocht hem een schop waarna het wedstrijdschoppen begon. "Ga uit mijn beeld!", mopperde Schrokop. De drie ridders bleven nog even doorkibbelen, schoppen en slaan, tot Bangerhart een boedneus, Onvervaart een blauw oog en Schrokop een schreeuw gaf en zijn beide handen in zijn kruis hield. "Kappen nou!", was zijn wijze raad en meteen was het stil in het kasteel. Zo stil dat ze plotseling een geluidje hoorden wat ze kort voor hun gevecht ook heel even gehoord hadden. Was het de bel? Was het een katje wat in de boom zat en er niet uit durfde? Waar leek dit op? Was dit het geluid van het vermiste hondje van de prinses? Alle drie snelden ze naar het beeldscherm van de camera van de kasteelpoort om te zien waar dit kleine geluidje toch vandaan kwam.

Op het beeldscherm zagen ze de prinses, het meisje Prittie Nijs, uit het dorp met haar glanzende haren, haar prachtige prinsessenjurk en haar glitterhakjes. "Ik heb m al, hoor!", riep ze in de camera.  "Mooi zo, en nou ophoepelen!", riep Schrokop door de microfoon. En toen deed Bangerhart iets wat hem zelf verbaasde, hij vroeg het meisje om haar kunsten te vertonen. De andere ridders zouden hem nu wel moeten geloven. "Laat haar toch, ik heb net frikandelbroodjes in de airfryer gedaan. Straks zijn ze zwart." Onvervaart deed plots de kasteelpoort open en liet de prinses binnen komen. "Kan jij toveren?" vroeg hij om Bangerhart bij te staan in zijn onzekerheid. 

"Tuurlijk. "zei het meisje uit het dorp, wat dus eigenlijk een prinses was. "Ik ga je iets laten zien wat ik nog nooit gedaan heb en ik offer er gewoon mijn liefste hondje voor op. Maar dan moeten jullie mij iets beloven. " Onvervaart en Bangerhart knikten en Schrokop die er met drie frikandelbroodjes in zijn handen bij was komen staan zei berekenend: "Ligt eraan wat het is." 

"Dat jullie lief zullen zijn en het altijd zullen beschermen."  "Okee, doen we, schiet op, ze worden koud."  "Zweer het op de hoorn van de unicorn!" Bangerhart en Onvervaart spuugden op de grond en staken hun wijs-en middelvinger op, Schrokop nam een hap van zijn frikandelbroodje en zei: "Kzweerut!". "Ik kan het straks niet meer veranderen, hoor, want dit is een betovering die ik het liefste wens en die is onomkeerbaar." zei Prittie tegen de ongeduldige ridders.

Toen gebeurde er iets wonderlijks. De prinses klapte drie keer in haar handen, draaide zich zwierig in het rond waardoor er allerlei glitter in het rond vloog, ze gooide haar hondje in de lucht, in de glitterregen en langzaam daalde er iets neer uit de glitterregen. Ze ving het behoedzaam op en hield het tegen zich aan. Onvervaart en Bangerhart deden voorzichtig een stapje dichterbij, Schrokop liet van verbazing de hap van zijn broodje uit zijn mond vallen en alle drie keken ze vol ongeloof wat de prinses in haar armen droeg.

En weer hoorden ze het hun eerder gehoorde kleine geluidje, het kirren van een kleine baby! 

"Is ze niet prachtig?", vroeg Prittie. "Ik noem haar naar de mooiste bloem uit de kasteeltuin." "Klaproos?" vroeg Bangerhart. "Trompetnarcis?" bedacht Schrokop. "Madeliefje!" moest het volgens Onvervaart zijn. 

"Nee, ze komt van bergen en dalen. Ik noem haar Lelietje, Lelietje van Dalen, maar jullie mogen haar Hondje noemen."

En zo geschiedde, het kindje kreeg de naam Hondje, omdat iedereen dat een schattige naam voor het kindje vond en omdat Prittie dan net zo kon blijven kroelen met Lelietje als destijds met haar hondje.

Om een lang verhaal even in te korten: prinses Prittie Nijs trouwde met Bangerhart, Onvervaart werd imker, Schrokop zorgde voor Hondje, leerde haar gamen, las haar voor uit boeken met tovenaarsleerlingen, bakte de beste pizza's van het hele land en Hondje danste elk jaar op haar verjaardag de sirtaki en gooide de borden kapot. Waar dat opeens vandaan kwam bleef voor altijd een raadsel, maar ze leefden nog heel lang en gelukkig!!