Spelletjes

Ik kan niet wachten om Max en Tess over een poos wat leuke spelletjes te leren. Als ik ze straks zo ver kan krijgen om dit te spelen, natuurlijk.

Geen bordspelletjes, want daar heb ik zelf de schurft aan. Ik doe soms wel mee, maar behalve Scrabble ( want dat win ik nog weleens) zijn er niet veel spelletjes die mij bekoren. Vroeger vond ik Mens-erger-je-niet nog weleens leuk, maar alleen omdat mijn broertje absoluut niet tegen zijn verlies kon en dan het hele bord , compleet met alle bijna-binnen-zijnde-pionnetjes van tafel slingerde.  Vervelend voor de winnaar, maar wel hilarisch als je er toch ook niet zo goed voor stond.

Landje pik

Nee, ik heb het over straatspelletjes. Of brandpoortspelletjes, want er waren ook spelletjes die je alleen in de brandpoort van toen kon spelen. Zoals landverovertje of ook wel landje pik genoemd. Je jatte dan een "arepelschilmesje" uit de keuken als je geen echt zakmes had. Met zo'n zwaar uitvouwbaar zakmes ging het veel beter, maar ja, meisjes beschikten toen niet over dat soort gereedschap. In onze brandpoort was aan beide zijden een strook aarde, aangestampt dat wel, en ideaal voor dit spel. In tegenwoordige brandpoorten liggen de tegels strak van muur tot muur en is dit spel niet mogelijk. Maar in die aarde kon je je mes lekker hard ingooien. Daar was een speciale techniek voor; je pakte het mes aan de punt vast en wierp hem met een strakke worp in de aarde, Pats! Ging ook weleens mis bij sukkels die de techniek niet goed beheersten. Als je met hen speelde had je veiligheidsschoenen nodig. 

Knikkeren

In diezelfde strook onbestrate brandpoort speelden we het knikkerspel, met zelfgemaakte potjes. Die groef je zelf met je handen en bij droge zomers met je nagels( stel mijn nagels van toen even voor) en dit waren echt de beste potjes. Beter dan zo'n tegel die altijd volloopt als het regent. Je had toen ook verschillende technieken om je knikker in het potje te schieten. Schieten ja, duwen was uit den boze, he. Je was geen pro-knikkeraar als je de knikker duwde of sleepte.

 

Stoepranden

En dan had je nog zo'n uitgestorven spel als stoepranden. Onmogelijk als je op een woonerf woont en woon je in een straat met stoepen dan is dit spel alleen mogelijk als iedereen naar zijn werk is, zodat de straat een beetje autovrij is, maar ja, meestal zit je dan zelf op school. Stoepranden zal in dorpen misschien nog wel bestaan, denk ik. Dus Max en Tess, jullie zitten goed, als je tegen die tijd nog in het Dordtse dorp Dubbeldam woont, want daar is het rustig en er zijn stoepen.

Dit speel je het liefst met een goed opgepompte lichte bal. Heb je een goeie worp gedaan, dan mag je nog een keer vanaf het midden van de weg, dus oppassen geblazen.

Overnemen

Een spel wat ik laatst wel weer zag was overnemen. Of zelf iets maken met een aan elkaar geknoopt stuk touw of wol. Een kop en schotel of de Eiffeltoren.

Touwtje springen

Net zoals touwtje springen met een lang touw. Dat betekent dat je iemand nodig hebt die een beetje goed kan draaien, anders wordt het niks, dan kan je geen versje tot een goed einde brengen. Maar ik heb in geen jaren een kind de   "Double dutch" zien springen, de variant met een dubbel touw wat tegen elkaar in gedraaid moet worden. Een hel om in de bocht te springen, want vóór de bocht springen is hier niet mogelijk bij.

Helaas moeten jullie je deze sprongtechniek zelf meester maken, want het vergt mij te veel oefening om mezelf dit weer eigen te maken.

Overlopertje en meer

En kennen jullie overlopertje? Zo simpel, maar ook een lekker spel, als je van rennen houdt. Verstoppertje, ook leuk,  maar dan volgens de regels gespeeld. En wie kan nog overweg op rolschaatsen? Met vier wielen, niet achter elkaar, maar twee aan twee. Wij hadden vroeger rolschaatsen die je onder je schoenen kon binden, een soort van Friese doorlopers met wielen. En reed je vrij vaak dan gingen ze lekker veel herrie maken en werd het rollen wel steeds moeilijker, omdat je rubber van je wielen sleet, maar dat deerde niet. Bovendien kreeg je toch geen nieuwe, want deze verstelbare dingen gingen mee totdat je voeten uitgegroeid waren, een leven lang dus. 

 

Ja, Max, ja, Tess, dit gaat nog wel even duren. Ik zal jullie tegen die tijd alle termen die bij deze spelletjes  horen wel nader uitleggen. Ik hoop dat jullie ondertussen niet je aandacht laten verslappen door die idiote tablets en spelcomputers.  Beloofd?