Goed voorbeeld

...doet volgen. Ik schreef er al eerder over.

Laten we het houden op : voorbeeld doet volgen, want als het om jonge kinderen gaat volgen ze elk voorbeeld, ongeacht of het goed of slecht is.

Max moet het de hele dag hebben van de voorbeelden van degene met wie hij samen is. Wil hij niet eten, dan neem je zelf een hap ( zogenaamd, anders zit je gewoon dubbel zoveel te eten, als het zo uit komt) en je doet of je bijzonder lekker zit te smullen van een muizenhap boterham met pindakaas, en vervolgens hou je hem zijn boterham voor. Je kan geluk hebben dat hij denkt, goh, zou die boterham nou echt zo bijzonder lekker zijn, die moet ik ook proeven. Het heeft ook een beetje met je acteertalent te maken, natuurlijk. Eigenlijk trapt hij er negen van de tien keer niet meer in, geen trek =geen trek. Vind je die boterham met pindakaas  dan echt zo lekker als je voordoet, eet hem dan gewoon op, ik hoef hem toch niet. 

 

Fout voorbeeld. Komt een ander voorbeeld.

Ik vermoed, nee, ik weet zeker dat mama het huis schoonmaakt en daarbij af en toe een spons gebruikt, of een doekje of een schuursponsje. Want laatst had Max een schuursponsje uit het keukenkastje gehaald en toen ben ik hem gaan achtervolgen door het huis. Alles kreeg een lekker beurtje met het droge sponsje, de deuren, de kasten, de vloer, onderweg even zijn fietsje wat in de gang stond, en ook de teddybeer kreeg een sponsje over zijn snuit, de bank, de tafel en de schoenen van oma.  Dan zeg ik: goed voorbeeld doet volgen. Je kan er niet jong genoeg mee beginnen om jongens al wat huishoudelijk werk aan te leren, hoppa!

Goed zo, mama!

Maar dan heb je opa. Opa is er een van het soort dat alles wat niet de bedoeling is grappig vindt. Zo mocht Max een jaar geleden al op tafel trommelen met metalen onderzetters. Op de GLAZEN tafel. En dat was gieren van de lach. Gieren van de lach voor opa, ik vond er niks aan.  We hebben dat Max af kunnen leren; opa helaas niet. Nu is het bij jonge kinderen, bij iedereen eigenlijk zo, dat als je iets doet en je aanmoediging krijgt van anderen, dat je je gesteund voelt in wat je doet. Scoor je een doelpunt, wordt er gejuicht, hup, nog een proberen te scoren, want iedereen vond het geweldig. Zo ook bij het volgende.

Gieren met opa

Vorige week had Max een steen gevonden en liet hem vallen. Gewoon een redelijk grote kiezelsteen, een van de 3300.000.000 die er in onze tuin liggen. Hij liet hem vallen op het terras en dat maakte geluid. Dus hij liet hem nog eens vallen, weer een ander geluid. En toen kwam opa eraan te pas. Die gooide de steen hoog op en dat maakte een harder geluid. Max gierde het uit van het lachen. Niet zozeer vanwege het geluid, maar vanwege de vlugge beweging waarmee de steen de lucht in geworpen werd. En als Max giert is dat leuk, dus opa floepte de steen nog eens met een boog de lucht in. Gieren van de lach. En nog eens, en toen Max, en toen opa weer en toen Max weer en maar lachen. En nu gooit Max zijn brood met een boog de lucht in. En zijn lepel, en zijn blokken, en zijn zandschepje.

 

En als je heel goed kijkt op de foto zie je in dat kleine knuistje een steen zitten zo groot als een ei. Max mag over het randje van het dakterras naar beneden kijken waar de rest van de familie  zit na te tafelen. Ik hou hem scherp in de gaten, d.w.z. ik hou scherp in de gaten wat hij met zijn steen doet. Want het afleren is nog niet helemaal rond.